AI is booming. Grote jongens als Meta, Alphabet en Microsoft gooien er miljarden tegenaan. Logisch ook: AI gaat een flink deel van ons ‘domme’ denkwerk overnemen. Alleen: nu lijken we ons ineens collectief zorgen te maken om privacy. In groepsapps wordt driftig gedeeld welke instellingen je moet uitzetten, want stel je voor dat een AI meeleest.
Grappig, want vóór AI in 2022 doorbrak bij het grote publiek, gaven we onze data al met liefde weg aan onze beste vriend Google. Google Maps weet al jaren waar jij uithangt. Salaris gezocht? Google noteert vrolijk mee. En gênant genoeg: vaak weet Google eerder dan je partner dat je relatie scheurtjes vertoont. Want waar start je zoektocht naar een avontuurtje buiten de deur? Precies, Google.
Het leukste vind ik dat juist de oudere generatie in mijn omgeving nu massaal ‘geavanceerde privacy’ in WhatsApp heeft aangevinkt. Top dat ze dat doen hoor, maar stoppen ze dan ook met het posten van kleinkinderen in zwembandjes op Facebook of Instagram? En hoe zit het met de AI-criticasters die nog steeds via openbare wifi inloggen bij hun bank? Dat is alsof je je pincode hardop roept bij de pinautomaat.

Nogmaals: goed dat we ons bewust worden van wat we delen. Maar laten we niet doen alsof privacy pas sinds AI een probleem is. Het internet was altijd al een gatenkaas. AI legt alleen een nieuwe laag over die kaas: het leert, legt verbanden en voorspelt. En dat voelt enger, omdat het niet alleen registreert wat je doet, maar ook suggereert wie je bent.
Blijf vooral kritisch. Maar overdrijf niet. Als je al weet wat je wel en niet de wereld in wil slingeren, ben je eigenlijk al beter beschermd dan 90% van de mensen. AI verandert daar minder aan dan je denkt – het maakt alleen duidelijk hoe slordig we de afgelopen twintig jaar eigenlijk al waren.
Geef een reactie